Verkeersregels in Duitsland

Algemene verkeersregels

  • Hier worden enkele belangrijke algemene verkeersregels vermeld, waaronder een aantal verkeersregels die afwijken van de Nederlandse.

Afbeeldingsresultaat voor verkeersregels duitsland

Veilig rijden

Rijden onder invloed

  • Het maximaal toegestane alcoholgehalte in het bloed is 0,5 promille.
  • Voor bestuurders die korter dan twee jaar het rijbewijs hebben of jonger zijn dan 21 jaar, geldt een absoluut alcoholverbod.
  • Het is verboden te rijden onder invloed van drugs.

Mobiele telefoon

  • Het is bestuurders van voertuigen (ook fietsers) verboden tijdens het rijden een mobiele telefoon vast te houden. Let op: Ook als een gemotoriseerd voertuig stilstaat in de file of voor een rood verkeerslicht, mag de bestuurder geen mobiele telefoon vasthouden. Het vasthouden van een mobiele telefoon is alleen toegestaan wanneer de motor is uitgezet. Het is ook verboden een tablet, e-reader, ipod, rekenmachine of vergelijkbare apparatuur vast te houden tijdens het rijden.
  • Handsfree bellen is wel toegestaan.
  • Het gebruik van een hoofdtelefoon of oortjes is toegestaan, tenzij het geluid te hard staat en het omgevingsgeluid niet meer hoorbaar is. Het gebruik van slechts één oortje wordt aangeraden.
  • Het is toegestaan een smartphone te gebruiken om te navigeren. De bestuurder mag de smartphone echter niet in de hand houden, maar moet deze bijvoorbeeld in een houder plaatsen. Het lezen van berichten (mail, sms, whatsapp, etc.) op de smartphone tijdens het rijden is verboden.

Afstand houden

  • Voor het berekenen van de juiste minimumafstand in meters tussen een automobilist en zijn voorligger, moet de automobilist de snelheid waarmee deze rijdt, door twee delen (in Duitsland wordt dit halber Tacho genoemd). Dus als de automobilist 100 km/h rijdt, moet deze ten minste 50 meter afstand houden (omgerekend in tijd is dat, ongeacht de snelheid, een afstand van 1,8 seconde). Bij gladheid, slecht zicht of een slecht wegdek moeten automobilisten een nog grotere afstand bewaren ten opzichte van de auto’s voor hen.
  • Let op: De politie in Duitsland treedt streng op bij overtreding van deze regel; automobilisten kunnen al een boete krijgen als ze iets minder dan halber Tacho afstand houden.

Basisverkeersregels

  • Je moet rechts rijden en links inhalen.

Voorrang

  • Als basisregel geldt dat op een kruising bestuurders van rechts voorrang hebben, tenzij anders wordt aangegeven. Deze regel geldt niet voor bestuurders die van rechts komen, maar zich op een onverharde weg, woonerf of oprit met verlaagde stoeprand bevinden.
  • In Duitsland wordt niet met haaientanden, maar met een dikke onderbroken streep aangegeven dat bestuurders voorrang moeten verlenen aan bestuurders op een kruisende weg.
  • Trams hebben voorrang op voetgangers die op een voetgangersoversteekplaats (zebrapad) willen oversteken. Ten opzichte van andere voertuigen hebben trams geen absolute voorrang.

Passeren

  • Stijgend verkeer heeft over het algemeen voorrang op dalend verkeer, maar op smalle bergwegen wordt verwacht dat het voertuig dat het gemakkelijkst kan uitwijken of terugrijden, voorrang verleent.

Rotonde

  • Als bij het begin van een rotonde boven het blauwe ronde verkeersbord voor rotondes een driehoekig wit voorrangsbord met een rode rand staat, moeten bestuurders die de rotonde op willen rijden, voorrang verlenen aan de bestuurders op de rotonde.
  • Als alleen het blauwe ronde verkeersbord voor rotondes aanwezig is en het voorrangsbord ontbreekt, moeten bestuurders op de rotonde voorrang verlenen aan bestuurders die van rechts komen, net als op een gewoon kruispunt.
  • Bij het verlaten van de rotonde moeten bestuurders voorrang verlenen aan voetgangers, maar voetgangers hebben geen voorrang op bestuurders die de rotonde oprijden.
  • Bij het naderen en oprijden van de rotonde mag je geen richting aangeven. Bij het verlaten van de rotonde moet je richting aangeven naar rechts.

Inhalen

  • Je mag lijnbussen en schoolbussen die met een waarschuwingsknipperlicht te kennen geven bij een halte te gaan stoppen, niet inhalen. Als de bus bij een halte is gestopt, mag je deze voorzichtig voorbijrijden. Als de bus een waarschuwingsknipperlicht voert terwijl deze stilstaat, mag je de bus slechts stapvoets voorbijrijden. Als hinder kan ontstaan voor de in- en uitstappende passagiers, moet je stoppen en wachten. Deze regel geldt ook voor tegemoetkomende bestuurders op dezelfde rijbaan.
  • Een verkeersbord dat een inhaalverbod aangeeft, betekent een verbod om voertuigen met meer dan twee wielen in te halen. Een auto mag dus (in tegenstelling tot in Nederland) wel een motor inhalen. Een motor mag echter geen auto inhalen.
  • Een inhaalverbod voor vrachtwagens geldt ook voor campers met een toegestane maximummassa van meer dan 3500 kg.

Stilstaan

  • Het is onder andere verboden stil te staan in nauwe en/of onoverzichtelijke straten en in scherpe bochten.
  • Zigzaglijnen op de rijbaan duiden een zone aan waar het is verboden om stil te staan (en te parkeren).

Parkeren

  • Het is verboden te parkeren aan de linkerkant van de weg (tegen de rijrichting in), ook in parkeervakken aan de linkerkant. In een straat met eenrichtingsverkeer mag je wel aan de linkerkant parkeren.
  • Let op: Als een verkeersbord met een parkeerverbod een onderbord heeft waarop werktagsmet daarachter een tijdsperiode wordt vermeld, geldt dit parkeerverbod ook op zaterdagen(met werktags wordt maandag tot en met zaterdag bedoeld). Als een parkeerverbod niet in het weekend geldt, vermeldt het onderbord ‘Mo-Fr’.

File

  • Als zich op auto(snel)wegen een file vormt, zijn bestuurders verplicht een doorgang (Rettungsgasse) vrij te maken. Dit betekent dat bestuurders op de meest linkse rijstrook zoveel mogelijk links moeten gaan rijden en dat de bestuurders op de overige rijstroken zoveel mogelijk rechts moeten gaan rijden, zodat er voldoende ruimte ontstaat voor hulpverlenende voertuigen, zoals ambulances en politieauto’s.

Pech of ongeval

  • Bij pech of een ongeval moet de bestuurder een gevarendriehoek gebruiken. Deze moet op auto(snel)wegen circa 200 m en op overige wegen circa 100 m achter het voertuig worden geplaatst.
  • Dit geldt in principe alleen voor bestuurders van een voertuig met een Duits kenteken, maar er wordt geadviseerd om de lokale regels te volgen uit veiligheidsoverweging en om een eventuele discussie met de politie ter plaatse te voorkomen.
  • Het is wettelijk verboden om een voertuig met pech langs de snelweg te repareren. Een bestuurder mag dus bijvoorbeeld ook geen lamp vervangen of een band verwisselen. Het voertuig moet te allen tijde worden weggesleept naar een veilige plek.
  • Bij een ongeval dat heeft geleid tot lichamelijk letsel of ernstige materiële schade, is de bestuurder verplicht de politie te bellen.

Bijzonderheden

Voetgangers links

  • Voetgangers zijn in Duitsland verplicht om buiten de bebouwde kom links van de weg te lopen als een voet- of fietspad ontbreekt omdat ze dan beter worden opgemerkt door tegemoetkomend verkeer. Binnen de bebouwde kom mogen ze ook rechts van de weg lopen als een voet- of fietspad ontbreekt.

Wegwerkzaamheden

  • Bij wegwerkzaamheden is het vaak verboden op de linkerrijstrook te rijden als het voertuig of de combinatie, inclusief buitenspiegels, 2 m of breder is. Dit verbod wordt aangegeven door een rond wit bord met een rode rand waarop 2 m wordt vermeld.

Verkeersregels auto

Verlichting

  • Het is overdag alleen verplicht om licht te voeren wanneer het zicht minder dan 50 m is door mist, sneeuw of regen.
  • In tunnels moet dimlicht worden gevoerd.
  • In Duitsland wordt geadviseerd overdag dimlicht of dagrijlicht te voeren.
  • Mistachterlichten mogen alleen worden gebruikt wanneer het zicht minder dan 50 m is.

Kinderen

  • Kinderen die jonger dan 12 jaar of kleiner dan 1,50 m zijn, moeten op zitplaatsen voorzien van veiligheidsgordels in een goedgekeurd en passend kinderzitje of op een goedgekeurde en passende zittingverhoger worden vervoerd.
  • Als een kind met de rug naar voren, voor in de auto in een kinderzitje wordt vervoerd, moet de airbag uitgeschakeld zijn.
  • Kinderen die jonger dan 3 jaar zijn, mogen niet worden vervoerd in een auto als een kinderzitje of veiligheidsgordels ontbreken. Kinderen van 3 jaar en ouder en kleiner dan 1,50 m mogen in dat geval niet voorin worden vervoerd.

Lading

  • Lading mag aan de voorzijde van een voertuig niet uitsteken.
  • Aan de achterzijde mag de lading maximaal 1,50 m uitsteken, maar wanneer de lading over een afstand van minder dan 100 km wordt vervoerd, mag deze maximaal 3 m uitsteken.
  • Wanneer de lading meer dan 1 m naar achteren uitsteekt, moet een helrode vlag van 30 x 30 cm (aangebracht op een dwarsstang) of een helrood schild van 30 x 30 cm gevoerd worden. In het donker moet bovendien aan het uiterste uiteinde van de lading een achterlicht en een reflector worden aangebracht.
  • In de breedte mag de lading maximaal 40 cm uitsteken, gerekend vanaf de voertuiglichten. Bredere lading moet worden gemarkeerd. De maximale breedte van een voertuig inclusief lading is 2,55 m exclusief spiegels (deze moeten inklapbaar zijn).

Fietsen

  • Fietsen mogen aan weerszijden van de auto maximaal 40 cm uitsteken, waarbij de totale breedte van de auto inclusief fietsendrager niet meer dan 2,55 m mag zijn.

Dashcam

Slepen

  • Slepen is toegestaan tot de dichtstbijzijnde garage.
  • Slepen op de autosnelweg is toegestaan tot uiterlijk de eerste afrit.
  • Een voertuig de autosnelweg opslepen is verboden.
  • De sleepkabel of -stang moet maximaal 5 m lang zijn en in het midden worden gemarkeerd met een rode vlag.
  • Zowel het trekkende als het gesleepte voertuig moet alarmlichten voeren. Als de alarmlichten van het voertuig dat gesleept moet worden, niet werken, mag het voertuig niet door particulieren worden gesleept.
  • Aangeraden wordt om bij het slepen niet sneller te rijden dan 40 km/h.

Maximumsnelheid in Duitsland

Binnen bebouwde kom Buiten bebouwde kom Wegen met gescheiden rijbanen en 4 rijstroken Autosnelwegen
Snorfietsen (Mofa) 25 25 verboden verboden
Bromfietsen (Moped of Kleinkraftrad) 45 45 verboden verboden
Personenauto’s, bestelauto’s, campers, toegestane maximummassa < 3500 kg en motoren 50 100 130 (A) 130 (A)
Campers > 3500 kg 50 80 100 100
Personen-/bestelauto’s, toegestane maximummassa < 3500 kg met aanhangwagen/caravan 50 80 80 (B) 80 (B)
Motoren met aanhanger 50 60 60 60
  • A: Dit betreft geen maximumsnelheid maar een richtsnelheid.
  • B: Auto’s met een door TÜV Nord goedgekeurde aanhanger mogen 100 km/h. Hiervoor kan een zogenaamde Tempo-100-ontheffing worden aangevraagd. Voor meer informatie zie anwb.nl/kamperen/voorbereiding/wet-en-regelgeving.
  • Als het zicht bij mist, sneeuwval of zware regen 50 m of minder bedraagt, is de maximumsnelheid 50 km/h.
  • Op autosnelwegen zijn alleen voertuigen toegestaan die ten minste 60 km/h kunnen en mogen rijden.
  • Op autosnelwegen die per rijrichting 3 rijstroken hebben, mag de meest linkse rijstrook niet worden gebruikt door voertuigen met een toegestane maximummassa van meer dan 3500 kg of voertuigen die een aanhanger trekken, tenzij dat noodzakelijk is om af te slaan.

Flitspaalsignalering

  • Het meenemen en gebruiken van radardetectieapparatuur is verboden.
  • Ook het meenemen en gebruiken van apparatuur met signalering voor vaste flitspalen of trajectcontroles (zoals navigatieapparatuur, telefoons, tablets en laptops) is verboden. De functie voor flitspaalsignalering moet op deze apparaten worden uitgeschakeld. Automobilisten wordt geadviseerd alle flitspaalinformatie van deze apparatuur te verwijderen.
  • Zie voor meer informatie: anwb.nl/juridisch-advies/op-vakantie/met-de-auto-op-reis/verbod-flitspaalsignalering-op-navigatie.

Bijzonderheden

  • Let op: Als een verkeersbord met een maximumsnelheid een onderbord heeft waarop ‘werktags’ met een tijdsperiode wordt vermeld, geldt deze maximumsnelheid ook op zaterdagen (met ‘werktags’ wordt maandag tot en met zaterdag bedoeld). Als een maximumsnelheid niet in het weekend geldt, vermeldt het onderbord ‘Mo-Fr’.
  • Tijdens perioden met hoge temperaturen kan er hitteschade ontstaan aan oudere auto(snel)wegen met een wegdek van betonplaten en kan er voor deze wegen een lagere maximumsnelheid gelden (ook kunnen delen van deze wegen worden afgesloten).

Verkeersborden

  • De verkeersborden in Duitsland verschillen maar weinig van die in Nederland.
  • Borden met de vermelding of afbeelding van een bepaald voertuig met daaronder de tekst Frei, geven aan dat deze voertuigen zijn toegestaan.
  • Een rechthoekig geel bord met een zwarte plaatsnaam geeft het begin van de bebouwde kom aan. Datzelfde bord met een schuine rode streep geeft het einde van de bebouwde kom aan.

Auto en motor

  • Een keerverbod wordt aangegeven met een rond wit bord met een rode rand en een omgekeerde zwarte U waar, anders dan in Nederland, ook een rode streep doorheen loopt.
  • Een rond wit bord met een rode rand en twee auto’s met daartussen een getal, geeft aan hoeveel meter afstand bestuurders moeten houden tot hun voorganger.
  • Een geel rond bord met een groene rand en de letter H is een bus- of tramhalte.
  • Als bij een verkeerslicht een onderbord met een groene pijl aanwezig is, mogen bestuurders daar rechts afslaan bij rood licht, mits zij correct voorrang verlenen.
  • Voor een omleiding wordt een geel rechthoekig bord met de tekst Umleitung gebruikt. Op de autosnelweg worden omleidingen aangegeven met een blauw rechthoekig bord met een witte pijl omhoog en de letter U.
  • Een wit rechthoekig bord met een zwarte rand en een oranje pijl geeft een aanbevolen route aan op autosnelwegen. Datzelfde bord met drie diagonale zwarte strepen geeft het einde van een aanbevolen route aan.
  • Het bord met de tekst Umweltzone (Milieuzone) geeft een zone aan waar alleen auto’s die van een milieusticker zijn voorzien, mogen inrijden.
  • Een groen driehoekig bord met een arend en de tekst Landschaftsschutzgebiet of Naturschutzgebiet (Beschermd natuurgebied) geeft aan dat in het gebied niet mag worden geparkeerd langs de weg of buiten de aangewezen parkeerplaatsen.
  • Een rond blauw bord met daarop een band met een sneeuwketting betekent dat sneeuwkettingen verplicht zijn.
  • Een rond blauw bord met een wit getal erop (bijvoorbeeld 30) geeft de minimumsnelheid aan.
  • Een rond zwart bord met een witte rand en in het midden een zwart-witte samengestelde geometrische vorm heeft geen betekenis voor bestuurders, maar fungeert als oriëntatiepunt voor geautomatiseerde auto’s (auto’s die rijtaken overnemen van de bestuurder) waarmee dergelijke auto’s precies kunnen bepalen waar ze zich bevinden.

Bromfiets

  • Aanduidingen op verkeersborden voor motoren gelden ook voor bromfietsen.

Caravan en aanhangwagen

  • Een wit bord met daarop een auto met caravan en daaronder de tekst Schleudergefahr(Slingergevaar) geeft een gevaarlijke weg aan voor auto’s met een caravan erachter.

Fiets en voetganger

  • Behalve het bekende ronde blauwe bord Fietspad, zijn er ook vergelijkbare borden die een fiets-/voetpad aangeven, met al dan niet gescheiden gedeelten voor fietsers en voetgangers.
  • Als een rechthoekig blauw bord met een horizontale witte balk met daarop een korte rode balk dat een doodlopende weg aangeeft, bovenaan een wit veld heeft met zwarte afbeeldingen van een fiets en een voetganger, loopt de weg niet dood voor fietsers en voetgangers.

Aanduidingen

Duits Nederlands
Anfang Begin verbod
Anlieger frei Bewoners uitgezonderd
Baustellenausfahrt Uitgang werkverkeer
Bei Nässe Bij nat wegdek
Ende Einde verbod
Einbahnstrasse Straat met eenrichtingsverkeer
Fährbenutzer frei Veerpassagiers toegestaan
Frei Toegestaan / uitgezonderd
Gebührenpflichtig Tol betalen
Maut Tolweg
Mofa Bromfiets
Mo-Fr Van maandag tot en met vrijdag
Ölspur Olie op de weg
Radfahrer absteigen Fietsers afstappen
Reissverschluss Ritsen
Rollsplitt Steenslag
Schleudergefahr Slip- of slingergevaar
Seitenstreifen befahren Vluchtstrook gebruiken
Seitenstreifen räumen Vluchtstrook verlaten
Strassenschäden Kuilen in het wegdek
Streugut Grit op de weg
Umweltzone Milieuzone
Verschmutzte Fahrbahn Vervuilde rijbaan
Vorfahrt geändert Voorrangssituatie gewijzigd
Werktags Van maandag tot en met zaterdag

Overige

  • Een oranje band met witte strepen onder en boven die op een lantaarnpaal is aangebracht, betekent dat deze lantaarnpaal niet de hele nacht brandt.
  • Een rechthoekig wit bord met een zwarte rand en een zwarte afbeelding van een inlineskater of rolschaatser en de tekst Frei dat langs een bepaalde weg staat, geeft aan dat inlineskaters en rolschaatsers gebruik mogen maken van deze weg.

Verkeersregels fiets

Helm

  • Het dragen van een helm is niet verplicht.

Verlichting en overige vereisten

  • Voor op de fiets moet het licht de kleur wit of geel hebben en achter op de fiets de kleur rood. Dit mogen ook losse lampjes zijn.
  • Fietsen moeten zijn voorzien van een rode reflector achter, een witte reflector voor en gele reflectoren op de trappers en de spaken.
  • In plaats van reflectoren op de spaken, is ook een reflecterende cirkelvormige strook op de banden toegestaan.
  • Ook moet de fiets zijn voorzien van goed werkende remmen en een bel.

Passagiers

  • Personen van 16 jaar of ouder mogen een kind dat jonger is dan 7 jaar, op de fiets vervoeren, mits de fiets een behoorlijke zitplaats heeft met steunen voor handen en voeten en de wielen zo zijn afgeschermd dat de beentjes niet tussen de spaken kunnen komen.

Fietsende kinderen

  • Kinderen tot 8 jaar moeten op het trottoir fietsen, ook als er een fietspad aanwezig is.
  • Kinderen tot 8 jaar mogen ook een weg niet fietsend oversteken; ze moeten dat lopend doen.
  • Kinderen van 8-10 jaar mogen kiezen tussen het trottoir en het fietspad of de straat als er geen fietspad is. Op het trottoir moeten ze voetgangers altijd voorrang verlenen.
  • Ook ouders die fietsende kinderen begeleiden, mogen op het trottoir fietsen.

Aanhanger

  • Het is toegestaan om te rijden met een fiets waaraan een aanhanger is gekoppeld.

Fietsen onder invloed

  • Het maximaal toegestane alcoholgehalte in het bloed is 1,6 promille.
  • Ook als het promillage lager is, maar de fietser zichtbaar onder invloed is en de fiets niet meer kan besturen, kan een boete worden gegeven.

Mobiele telefoon

  • Het is fietsers verboden tijdens het rijden een mobiele telefoon vast te houden.
  • Handsfree bellen is wel toegestaan. Het gebruik van een hoofdtelefoon of oortjes is toegestaan, tenzij het geluid te hard staat en het omgevingsgeluid niet meer hoorbaar is. Het gebruik van slechts één oortje wordt aangeraden.

Naast elkaar rijden

  • Naast elkaar rijden is alleen toegestaan op een fietspad dat door een verhoging of grasstrook van de weg is afgescheiden.

Plaats op de weg

  • Wanneer er een verplicht fietspad (rond blauw bord met witte fiets) aanwezig is, moeten fietsers hiervan gebruikmaken.
  • Wanneer er geen verplicht fietspad aanwezig is, mogen fietsers op de rijbaan fietsen, tenzij met een verkeersbord wordt aangegeven dat dit verboden is. Op auto(snel)wegen (Autobahn, Autobahnähnliche Strasse, Kraftfahrstrasse) is fietsen verboden.
  • Op gecombineerde fiets-/voetpaden moet gebruikgemaakt worden van het voor fietsers bestemde gedeelte of, als er geen scheiding is aangebracht, moet de snelheid worden aangepast om voetgangers niet in gevaar te brengen.

Elektrische fiets

  • Een elektrische fiets met trapondersteuning tot 25 km/h en een vermogen van maximaal 250 watt, wordt als een gewone fiets beschouwd waarvoor dezelfde regels gelden als voor een fiets.
  • Ook een elektrische fiets met trapondersteuning tot 25 km/h en een vermogen van maximaal 250 die als extra rijondersteuning (Anfahrhilfe) zonder meetrappen een snelheid kan bereiken van maximaal 6 km/h, wordt als een gewone fiets beschouwd.
  • Bestuurders van een elektrische fiets wordt geadviseerd een fietshelm te dragen.
  • Waar mogelijk moeten elektrische fietsen op het fietspad rijden.

Speedpedelec

  • Voor elektrische fietsen met trapondersteuning tot 45 km/h (S-Pedelec), gelden dezelfde regels als voor bromfietsen.
  • De minimumleeftijd om op een speedpedelec te rijden is 16 jaar en de bestuurder moet in het bezit zijn van het bromfietsrijbewijs.
  • De bestuurder van een speedpedelec is verplicht een geschikte helm (geeigneten Schutzhelm) te dragen. De regels voor het dragen van een helm op een speedpedelec zijn nog niet nader gespecificeerd, maar de bestuurder van een speedpedelec moet in elk geval een fietshelm dragen. Voor zover bekend, is het in Duitsland toegestaan om in plaats van een gewone bromfietshelm een speciale speedpedelec-helm (norm NTA 8776:2016) te dragen.
  • Speedpedelecs mogen niet op het fietspad rijden.
  • Het is verboden passagiers op de speedpedelec mee te nemen, ook niet in een kinderzitje. Ook het koppelen van een aanhanger is verboden.

Bijzonderheden

Fietsstraat

  • In Duitsland zijn speciale fietsstraten (Fahrradstrassen) waar alleen fietsers mogen rijden, tenzij een aanvullend bord iets anders aangeeft, zoals Kfz-Verkehr frei (gemotoriseerd verkeer toegestaan) of Anlieger frei (bewoners toegestaan). Andere voertuigen mogen fietsers echter niet inhalen of hinderen en mogen bovendien niet sneller rijden dan 30 km/h. Dergelijke straten worden aangeduid met een wit vierkant bord met daarin een blauwe cirkel met een witte fiets met daaronder de tekst Fahrradstraße.

Verkeersregels motor

Helm

  • Het dragen van een helm is verplicht voor zowel bestuurder als passagier.
  • De bestuurder en passagier(s) van een trike of quad moeten een helm dragen tenzij hun zitplaats is voorzien van een veiligheidsgordel.

Verlichting

  • Het voeren van dimlicht overdag is verplicht.
  • Het is motorrijders ook toegestaan om overdag dagrijlicht te voeren. Let op: in tunnels, bij weinig licht en bij slecht zicht (door bijvoorbeeld mist, regen of sneeuw) is dagrijlicht niet voldoende en moet dimlicht worden gevoerd.

Passagiers

  • Het vervoeren van een passagier is toegestaan, mits er een speciale zitplaats (duo- of buddyseat) en voetsteunen aanwezig zijn.
  • Kinderen jonger dan zeven jaar mogen alleen worden vervoerd in een goedgekeurd en voor hen geschikt kinderzitje.

Aanhanger

  • Het is toegestaan om een aanhanger aan een motor te koppelen. De maximale breedte voor aanhangers van motoren is 1 m.

Filerijden

  • Motorrijders mogen in een file niet tussen de stilstaande of langzaam rijdende auto’s door rijden.

Inhalen

  • Let op: Bij een verkeersbord dat een inhaalverbod aangeeft, mogen ook motoren geen voertuigen met meer dan twee wielen inhalen. Motoren mogen echter wel worden ingehaald.

Slepen

  • Een motor mag niet worden gesleept.

Brom- en snorfietsen

  • In Duitsland wordt een snorfiets een (Leicht)Mofa genoemd en een bromfiets een Moped of Kleinkraftrad.
  • De maximumsnelheid van een Moped is 45 km/h en de minimumleeftijd voor het berijden ervan is 16 jaar.
  • De maximumsnelheid van een Mofa is 25 km/h en de minimumleeftijd voor het berijden ervan is 15 jaar.

Helm

  • Het dragen van een helm is verplicht voor zowel de Mofa als de MopedLet op: dus ook snorfietsers moeten in Duitsland een helm dragen.

Verlichting

  • Het is verplicht om ook overdag dimlicht te voeren.

Passagiers

  • Het vervoeren van passagiers is alleen toegestaan als er een handgreep en voetsteunen aanwezig zijn en het verkeer niet wordt belemmerd.
  • Kinderen die jonger zijn dan 7 jaar, mogen alleen in een kinderzitje worden vervoerd. Daarbij moeten de wielen zo zijn afgeschermd dat de handen of voeten niet tussen de spaken kunnen komen.

Plaats op de weg

Snorfiets

  • Snorfietsers mogen binnen de bebouwde kom alleen op een fietspad rijden als het ronde blauwe bord Fietspad is voorzien van een onderbord met de afbeelding van een snorfiets. Zij mogen echter ook op de rijbaan rijden.
  • Buiten de bebouwde kom mogen snorfietsers altijd van het fietspad gebruikmaken (tenzij het verkeersbord Fietspad een onderbord heeft met de tekst Keine Mofas). Wanneer je de snorfiets alleen met de pedalen voortbeweegt, is dit zelfs verplicht.

Bromfietsen

  • Bromfietsen mogen alleen van de rijbaan gebruikmaken, tenzij anders wordt aangegeven.

Aanhanger

  • Aan een bromfiets mag een aanhanger worden gekoppeld.

Winterbanden

Winterbanden

  • Verplicht bij winterse omstandigheden – Als winterse omstandigheden dat vereisen, is het gebruik van winterbanden verplicht. Dit wettelijke voorschrift geldt ook voor Nederlandse auto’s en campers. Voor motoren geldt de winterbandenplicht niet.
  • Winterse omstandigheden zijn ijzel, gladheid door sneeuw of sneeuwmodder en gladheid door ijs- of rijpvorming.
  • Winterbanden moeten zijn voorzien van een sneeuwvloksymbool, maar ook banden met alleen de aanduiding M+S die vóór 1 januari 2018 zijn gefabriceerd, worden als winterband beschouwd. Zie ‘Nieuwe eisen sinds 1-1-2018’ hieronder.
  • Winterbanden moeten wettelijk een profieldiepte hebben van ten minste 1,6 mm, maar een minimum van 4 mm wordt aangeraden.
  • Wanneer er winterbanden zijn gemonteerd, moet de bestuurder zich aan de voorgeschreven maximumsnelheid voor deze banden houden. Deze maximumsnelheid staat met een lettercode op de zijkant van de band vermeld. Als de maximumsnelheid van de winterbanden lager is dan die van de auto, moet op het dashboard binnen het blikveld van de bestuurder een sticker aangebracht worden met daarop de maximumsnelheid van de banden.
  • Winterbanden moeten op alle wielen worden gemonteerd, maar ze zijn niet verplicht voor aanhangers. Uit veiligheidsoverwegingen wordt echter aangeraden om bij winterse omstandigheden ook een aanhanger met winterbanden uit te rusten.
  • Let op: Als je bij winterse omstandigheden in een auto zonder winterbanden rijdt, riskeer je een boete, maar als je bovendien een verkeersopstopping veroorzaakt omdat de zomerbanden onvoldoende grip hebben op het wegdek, kan de boete hoger zijn. Als je bij winterse omstandigheden op zomerbanden rijdt en een ongeval veroorzaakt, kan het niet monteren van winterbanden worden gezien als grove nalatigheid.

Nieuwe eisen sinds 1-1-2018

  • Ben je van plan om nieuwe winterbanden te kopen, kies dan banden waar een sneeuwvloksymbool (bergpictogram met sneeuwvlok, ook wel alpinesymbool of 3PMSF genoemd) op staat. In Duitsland gelden banden die na 31 december 2017 worden gefabriceerd, namelijk alleen als winterbanden als er een sneeuwvloksymbool op staat. Dit symbool geeft aan dat de banden zijn getest en geschikt zijn bevonden voor gebruik bij winterse omstandigheden.
  • Als je winterbanden hebt waarop alleen een M+S-symbool staat, kun je die gewoon blijven gebruiken in Duitsland, als ze maar vóór 2018 zijn gefabriceerd. Pas na 30 september 2024 worden ook deze banden niet meer als winterbanden beschouwd.
  • De productiedatum van de band is af te lezen aan de DOT-code (DOT staat voor Department of Transportation) en staat op de zijkant van de band. De laatste vier cijfers van deze code geven aan in welke week en welk jaar de band is geproduceerd. De cijfers 3917 staan bijvoorbeeld voor week 39 in 2017.
  • Meer informatie: anwb.nl/winterbanden.

Sneeuwkettingen

  • Verplicht bij bord – In bergachtige gebieden kunnen bij winterse omstandigheden sneeuwkettingen verplicht zijn als dat wordt aangegeven met een rond, blauw bord waarop een witte autoband met een sneeuwketting staat.
  • Als sneeuwkettingen worden gebruikt, is de maximumsnelheid 50 km/h.
  • Kunststof sneeuwkettingen worden toegestaan mits ze aan de wettelijke eisen voldoen.

Spijkerbanden

  • Verboden – Het gebruik van spijkerbanden is verboden.
  • Het gebruik van spijkerbanden is alleen toegestaan op de route van Salzburg via Bad Reichenhall naar Lofer en op de toegangswegen naar Oostenrijkse dalen die alleen via Duitse wegen bereikbaar zijn.

Bijzonderheden

Antivries

  • Als winterse omstandigheden dat vereisen, is het gebruik van antivries in de ruitenwisservloeistof verplicht.

Huurauto

  • Let op: Het is de verantwoordelijkheid van de bestuurder van een auto om ervoor te zorgen dat de huurauto beschikt over de vereiste winteruitrusting. Aangeraden wordt om bij het reserveren van een huurauto in Duitsland in de winterperiode de verhuurder te vragen een huurauto te leveren die over de juiste winteruitrusting (winterbanden en antivries) beschikt. De verhuurder kan voor winterbanden extra kosten in rekening brengen.

Alles over winterbanden

Verkeersregels caravan en aanhangwagen

Afmetingen, maxima

Nederland Duitsland opm.
Breedte combinatie (excl. spiegels) 2,55 m 2,55 m (A)
Hoogte combinatie 4 m 4 m
Lengte aanhanger (incl. dissel) 12 m 12 m (B)
Lengte combinatie 18 m 18 m (B)
  • A: Spiegels worden niet meegerekend in de breedte, mits ze inklapbaar zijn. Let op: als bij wegwerkzaamheden voor de linkerrijstrook een maximumbreedte van 2 m wordt aangegeven, is dat de breedte inclusief spiegels.
  • B: Een eventuele fietsendrager achterop wordt meegerekend in de lengte.

Spiegels

  • Auto’s die een caravan trekken, moeten altijd zijn uitgerust met achteruitkijkspiegels aan beide zijden.

Wielkeggen

  • Het is verplicht twee wielkeggen mee te nemen voor een caravan of aanhangwagen van meer dan 750 kg.

Rijstroken

  • Een auto met een caravan of aanhanger mag op autosnelwegen met drie of meer rijstroken in één richting niet op de meest linkse rijstrook rijden, tenzij dat noodzakelijk is om linksaf te slaan.

Extra brede aanhanger

  • Voor vervoer van een aanhanger die breder is dan 2,55 m, moet een speciale vergunning worden aangevraagd bij een vestiging van het Duitse Strassenverkehrsamt. Bij voorkeur een vestiging zo dicht mogelijk bij de Nederlandse grens. De tarieven voor een vergunning kunnen per vestiging aanzienlijk verschillen en het loont daarom de moeite om ze van tevoren op te vragen. Adressen van vestigingen zijn te vinden op strassenverkehrsamt.de.
  • Vaak worden er ook eisen gesteld aan het trekkende voertuig.

Bijzonderheden

Rijverbod

  • In Duitsland geldt op zon- en feestdagen, en in de vakantiemaanden ook op zaterdagen, een rijverbod voor vrachtwagens en bedrijfsauto’s (ongeacht hun gewicht) die een aanhangwagen trekken.
  • Dit rijverbod gold ook voor bedrijfsauto’s met aanhanger die gebruikt werden voor privéritten, maar de wet die het rijverbod regelt, is op 19 oktober 2017 gewijzigd en nu geldt het rijverbod uitsluitend nog voor voertuigen die gebruikt worden voor het vervoer van goederen voor zakelijke doeleinden of het vervoer van goederen tegen een vergoeding.
  • Het rijverbod geldt nu niet meer voor privéritten met bedrijfsauto’s voor sportieve of recreatieve doeleinden, dus bijvoorbeeld niet voor een camper of een bestelbus die een caravan trekt, een auto die een paardentrailer trekt en op weg is naar een springconcours of een bedrijfsbusje met een vouwwagen erachter.

Zie ook:

Verkeersinformatie Duitsland

Meer praktische info onderweg in Duitsland

Tanken in Duitsland
Verkeer in Duitsland
Actuele verkeersinformatie Duitsland
Verkeersboetes in Duitsland
Verplicht mee in de auto